Trouwfoto van David Reichmann en Ingeborg Reichmann-Koh

Hermann Gärtner

Levensverhalen
Dr. Welfferweg 40, Westbroek

Hier woonden

Simon Grünebaum, geboren 16-02-1880 Hofstetten, vermoord 11-10-1944 Auschwitz

Elise Grünebaum-Raphael, geboren 28-08-1881 Ockenheim, vermoord 11-10-1944 Auschwitz

Ida Rothschild-Grünebaum, geboren 06-10-1859 Hofstetten, vermoord 13-03-1943 Sobibor

Georg Koh, geboren 24-12-1883 Rakowice, vermoord 17-09-1943 Auschwitz

Jenny Koh-Wollstein, geboren 9-05-1892 Nedtomischl (Polen), overleden 8-03-1943 Amsterdam

Horst Günter Koh, geboren 13-06-1923 Güstrow, overleefd        

David Reichmann, geboren 14-05-1920  Karlsruhe,  overleefd     

Ingeborg  Reichmann-Koh, geboren 21-09-1920 Posen, vermoord 11-04-1945 Bergen-Belsen

Hermann Gärtner, geboren 22-05-1876 Ruppichteroth, vermoord 24-09-1942 Auschwitz

Kresel Sack, geboren 01-01-1894 Dubietsko, vermoord 30-04-1943 Sobibor

Dr. Welfferweg 40, Westbroek

voorheen: Kerkdijk 46 Achttienhoven. Dit huis was eigendom van de gemeente Achttienhoven. Op dit adres hebben vele joodse vluchtelingen onderdak gevonden. 

Simon Grünebaum was slager in Frankfurt. Hij is met zijn vrouw Elise Grünebaum-Raphael uitgeweken naar Nederland en zij werden op 28 februari 1938 eerst ingeschreven op het adres Kerkdijk 87c in Westbroek en kort daarna op 13 mei 1938, op Kerkdijk 46 Achttienhoven. Waarom zij juist hier terecht zijn gekomen is niet helemaal duidelijk mogelijk door handelscontacten. Zij waren toen 58 en 56 jaar oud, ik heb niet kunnen achterhalen of zij kinderen hadden.

In 1939 komen hun oom en tante bij hen wonen. Ida Rothschild-Grünebaum en haar man Kalmann Rothschild. In 1938 waren zij op 9 november slachtoffer in de Kristallnacht, 81 en 79 jaar oud . Hun veren kussen en matras werd opengesneden en op straat uitgestrooid, de nodige papieren bezittingen werden gestolen, huisraad vernield en zij werden ingesloten en bedreigd. Zij hebben hierna besloten uit te wijken naar Nederland en zich te voegen bij hun neef Simon en zijn vrouw in Achttienhoven. Simon was een zoon van haar broer Jacob. Kallman Rothschild komt hier op 23 februari 1941 te overlijden.  

Op 18 augustus 1942 worden een groep oudere Joodse inwoners met een autobus gedwongen verhuisd naar Amsterdam hetgeen nogal eufemistisch “ geëvacueerd” werd genoemd. Onder hen Grünebaum, Elise Grünebaum-Raphael, Ida Rothschild-Grünebaum, Georg Koh, Jenny Koh-Wollstein en Kresel Sack.  

Simon en Elise Grünebaum worden gehuisvest in Nieuwe Achtergracht 65 en Simon is enige tijd werkzaam voor de Joodse Raad, levensmiddelenbereiding. Op 10 mei 1943 komen zij beiden aan in Westerbork en op 14 september 1943 zijn zij op transport gezet naar Theresienstadt en van daaruit worden zij op 9 oktober 1944 naar Auschwitz gebracht. Daar worden zij direct na aankomst vermoord in de gaskamer, 64 en 63 jaar oud. 

Ida komt in Amsterdam te wonen op Kloveniersburgwal 17. Op 4 maart 1943 komt zij aan in Westerbork en op 10 maart 1943 wordt zij op transport gezet naar Sobibor alwaar zij direct na aankomst op 13 maart 1943 wordt vermoord, 83 jaar oud.

Kloveniersburgwal 17 was een “Joods Gesticht”, een particulier tehuis dat was opgezet door de kantoorbediende J.J. da Costa Senior (1893- 1972) samen met zijn zus Anna ( 1894-1973). Begin 1942 waren daar bijna 40 hoogbejaarde personen ondergebracht, voor het merendeel vrouwen.  Een jaar later was meer dan de helft “vertrokken” of waren in het tehuis overleden.

 Ook Georg Koh, zijn vrouw Jenny Koh-Wollstein, hun dochter Ingeborg en hun zoon Horst Gunter worden op 1 september 1938 ingeschreven op Kerkdijk 46.  Hun geboorteplaatsen zijn Rakowice, Nedtomischl, Posen en Güstrow in het huidige Polen. Georg Koh was veehandelaar en als beroep van Horst Günter wordt in 1942 Schlosser (metaalbewerker) genoteerd. Dochter Ingeborg had een relatie met David Reichmann die timmerman was en in Westerbork woonde. In het begin was Kamp Westerbork een opvangkamp voor Joodse vluchtelingen waar men in principe vrijwillig verbleef. Ingeborg Koh is naar Westerbork gegaan en zij is daar op 1 mei 1942 getrouwd met David Reichman. Deze heeft uiteindelijk Theresienstadt en Auschwitz weten te overleven maar zijn vrouw Ingeborg Koh is op 11 april 1945 in Bergen Belsen om het leven gekomen. Georg en Jenny Koh moeten in september 1942 naar Amsterdam verhuizen en hebben daar op Roerstraat 15 gewoond. Jenny Koh-Wollstein overlijdt in Amsterdam op 8 maart 1943, op 50-jarige leeftijd. Georg Koh wordt op 19 mei 1943 naar Westerbork gedeporteerd, op 14 september 1943 op transport naar Auschwitz gezet en daar na aankomst op 17 september vermoord.  Zoon Horst Günter Koh heeft de oorlog overleefd maar het is onbekend hoe het hem is vergaan. Hij is niet naar Amsterdam overgebracht en hij heeft niet in Westerbork gezeten wat doet vermoeden dat hij ondergedoken heeft gezeten. Toen hij na de oorlog terugkeerde naar het dorp werd hij teleurgesteld omdat boeken die hij aan vrienden in bewaring had gegeven waren verdwenen. Na de oorlog is hij in Utrecht gaan wonen. Ik heb zijn spoor niet verder kunnen volgen. Op de passagierslijst van de Holland Amerika lijn op 17 september 1962 staat de naam H. Koh.

Hermann Gärtner wordt op 6 februari 1938 ingeschreven in Achttienhoven in eerste instantie op Kerkdijk 29 a bij Leopold en later op een niet nader bekende datum, op Kerkdijk 46. Hij is geboren op 22 mei 1876 in Ruppichteroth als vierde kind van Simon Gärtner en Regina Nathan. In 1908 trouwt hij met Selma Mayer. In hetzelfde jaar wordt dochter Irma geboren, negen jaar later zoon Paul. De familie had een grote slagerswinkel in de Wilhelmstraße in Ruppichteroth, ongeveer 50 km ten oosten van Keulen. Hermann Gärtner vocht in de Eerste Wereldoorlog aan het front. In 1924 komt zijn vrouw Selma om bij een auto-ongeluk. In 1928 of 1929 hertrouwt Hermann Gärtner met Helene Winter. Waarschijnlijk is dit geen gelukkig huwelijk want het paar leeft van elkaar gescheiden. Vanaf  1933 begint in Duitsland het boycotten van joodse zaken en worden er onder andere SA mannen voor joodse winkels geposteerd. Hermann is daar verontwaardigd over en laat zich daar in het openbaar over uit. Dit levert hem 10 maanden gevangenisstraf op. Hij schrijft een brief aan Hermann Göring waarin hij wijst op zijn verdiensten voor het vaderland in de oorlog. Tevergeefs. Dochter Irma vertrekt met man en zoontje naar de VS en zoon Paul komt daar via Palestina uiteindelijk ook terecht. In 1938 krijgt Hermann van een bevriende politieman de waarschuwing dat hij mogelijk opgepakt gaat worden. Hij besluit naar Nederland te vluchten en hij vindt in Achttienhoven / Westbroek een plek om te wonen. Mogelijk kende hij bevriende veehandelaren die hier woonden of kende hij een van de andere joodse vluchtelingen die al in het landelijke dorp een toevlucht hadden gevonden. Boeren zorgen voor wat werk en voedsel. Hermann wordt in het dorp de ‘Groene Jood ‘genoemd. Dat is vanwege het groene jasje dat hij elke dag droeg omdat hij niets anders had. Dochter Irma heeft nog op allerlei manieren geprobeerd haar vader uit Nederland weg te krijgen.

In september 1942 werd hij “geëvacueerd” naar Amsterdam en daar op 18 september ingeschreven op Zuider Amstellaan 21 (huidige Rooseveltlaan). Kort daarna is hij gedeporteerd naar Kamp Westerbork en daar op 21 september op transport gezet naar Auschwitz waar hij na aankomst op 24 september 1942 is vermoord. 

In 2019 is voor hem in Ruppichteroth een struikelsteen geplaatst.

Kresel Sack is een alleenstaande vrouw die kleermaakster was (Schneiderin). Zij is op 29 mei 1940 ingeschreven in Scheveningen aan de Scheldestraat 50 met Frankfurt am Main als vorige woonplaats. In de zomer van 1940 moesten alle Joden Scheveningen verlaten in verband met de aanleg van de Atlantikwall en waarschijnlijk dus ook Kresel Sack. Zij wordt op 16 september 1940 ingeschreven in Achtienhoven op Kerkdijk 40. Na een gedwongen verhuizing gaat zij in september 1942 in Amsterdam wonen, Nieuwe Achtergracht 65 I. Op 20 april 1943 komt zij aan in Kamp Westerbork alwaar zij al na een week op transport naar Sobibor gaat. Daar wordt zij op 30 april 1943 vermoord.

ET

De struikelstenen aan Dr. Welfferweg 40