Salomon Goudsmit, geboren Rotterdam 3 nov 1891 - vermoord 23 sept 1942 Auschwitz
Fanny Goudsmit- Spritzer, geboren Biala (Dtsld) 13 okt 1901 - vermoord 24 okt 1942 Auschwitz
Vrouwtje Goudsmit, geboren Rotterdam 22 dec 1922 - vermoord 5 okt 1942 Auschwitz
Salomon Goudsmit werd in 1891 in Rotterdam geboren. Zijn beroep was “grossier in pelterijen” dat wil zeggen dat hij in de bonthandel zat. In 1922 trouwde hij in Berlijn met Fanny Spritzer die in 1901 in Biala is geboren. Biala ligt in Silezië, een gebied dat nu bij Polen hoort. In 1922 kregen zij een dochter die Vrouwtje als naam kreeg en 1928 een zoon, Abraham Arthur. Zij woonden in Rotterdam. De oorlog heeft hen vanaf het eerste begin veel ellende gebracht. Hun huis in Rotterdam aan het van Hogendorpsplein 4 werd bij het bombardement in mei 1940 geheel verwoest. Zij zijn daarna in Utrecht gaan wonen, Mauritstraat 105. De Joden in Nederland kregen in 1941 steeds meer te maken met vrijheid beperkende maatregelen. Zo mochten zij bijvoorbeeld niet zonder toestemming verhuizen. In het gemeentearchief van De Bilt ligt een brief waarin staat dat het gezin Goudsmit toestemming krijgt zich in de gemeente De Bilt te vestigen. Op 9 mei 1941 gaat het gezin Goudsmit, vader, moeder, dochter en zoon wonen in het huis aan de Van Ostadelaan nummer 6. Medio 1942 wordt de Joodse inwoners van de gemeente De Bilt de verplichting opgelegd naar Amsterdam te verhuizen. Hiermee werd het net van vrijheid beperkende maatregelen voor Joden steeds verder aangehaald op weg naar de ondergang. Zij zullen dat hebben voorvoeld en besloten hebben dat niet af te wachten en daarom te vluchten. In oktober 1942 staat het gezin Goudsmit genoemd in een bericht in het Algemeen Politieblad omdat zij geen bekende woon- of verblijfplaats meer hebben :
De burgemeester van De Bilt verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Salomon Goudsmit, grossier in pelterijen, en zijn vrouw Fanny Goudsmit-Spritzer. Zij waren woonachtig in De Bilt en werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben.
We komen de namen van Salomon, Fanny en Vrouwtje Goudsmit tegen op de namenlijst van een treintransport dat op 20 juli 1942 vanuit Angers (Frankrijk) naar Auschwitz is vertrokken. We kunnen dus aannemen dat zij naar Frankrijk zijn gevlucht en daar zijn opgepakt. Over vluchtroutes naar Frankrijk bestaan nagenoeg geen systematische gegevens. Later in de oorlog zijn wel goed georganiseerde vluchtroutes ontstaan voor geallieerde piloten. Zeker in de beginperiode waren vluchtende Joden een gemakkelijk doelwit voor verraders. De grensovergangen waren moeilijk te passeren en onder de lieden die zich aanboden als “passeur” waren talloze profiteurs en verraders. Zo zal het de familie Goudsmit ook zijn vergaan.
Salomon Goudsmit, Fanny Goudsmit-Spritzer en Vrouwtje Goudsmit zijn allen in Auschwitz vermoord: Salomon Goudsmit op 23 september 1942, 50 jaar oud ; Vrouwtje Goudsmit op 5 oktober 1942, 20 jaar oud en Fanny Goudsmit-Spritzer op 24 oktober 1942, 41 jaar oud.
De zoon Abraham Arthur, heeft in Frankrijk weten te ontkomen. Zijn naam duikt op in Parijs in 1944. Na de oorlog heeft hij zich gevestigd op Curaçao en daar een bestaan opgebouwd en een gezin gesticht. In 2018 is hij daar overleden, 90 jaar oud. Zijn twee dochters wonen op Curaçao en met hen hebben we contact weten te leggen. Zij staan zeer positief tegenover het initiatief struikelstenen voor hun vermoorde grootouders en hun tante te leggen. Op de vraag of zij meer weten over wat hun vader heeft moeten doormaken komt geen antwoord. Ik krijg de indruk dat het leed te groot is geweest om daarover nog te kunnen spreken.
ET